Ik mis je
Ik mis je, elke dag zeker een aantal keer. Bij het koffie zetten denk ik aan alle kopjes die we samen dronken. Als ik het verpleeghuis zie, praktisch naast mijn huis, waar ik ruim acht jaar minstens elke dag een keer kwam. Als ik voorbij mijn ouderlijk huis kom, aan het begin van mijn straat, waar jij ruim veertig jaar woonde. Als ik naar jouw lievelingsbomen kijk in onze tuin, die we plantten als blijvende herinnering aan jou. Als ik in onze tuin zit, waar we zo vaak met jou zaten. Als ik wandel met de honden, op het pad waar we zo vaak jouw rolstoel duwden. Als ik me verdiep in de cursus voor mijn vaarbewijs, die ik als laatste cadeau van jou kreeg. Bij een bepaald woord of een muziekje. Ja, ik mis je. Als mensen over je praten of vragen hoe het met me gaat, merk ik dat mijn tranen nog hoog zitten. Een vriendelijk woord, een herinnering, empathie… het raakt me. Ik weet het, ik ben echt ‘een kind van mijn moeder’, want jij zou hier ook door geraakt zijn geweest.